Deutz F1M414   1939

Deutz F1M414 1939
Deutz F1M414 1939 11pk met alleen handgas en handrem

Eind jaren twintig stond de mechanisatie van de (kleinere) boerenbedrijven in Duitsland nog in kinderschoenen.
Men werkte hoofdzakelijk met paarden, ossen en koeiengespannen. Hier en daar werden motor-aangedreven maaimachines van verschillende fabricaten ingezet.
Op de vele grote bedrijven liepen wel al de eerste tractoren tot 50 pk. Dit waren zware machines die veel kracht verbruikten voor de eigen aandrijving.
Daarbij kwam als ander nadeel dat ze vanwege de ijzeren wielen niet of nauwelijks op straat ingezet konden worden.
In Europa werd pas in 1934 door Continental de luchtband 'uitgevonden'. Voorafgaande experimenten met Firestone luchtbanden  konden niet overtuigen.

universeel inzetbare tractoren voor op de akker en straat
universeel inzetbare tractoren voor op de akker en straat

 
Voor de kleinere boerenbedrijven waren de grote landbouwtractoren niet geschikt, zij waren beter af met universeel inzetbare tractoren voor op de akker en straat. Daarbij moesten deze machines bij de aankoop maar ook in onderhoud niet te duur zijn.
Ing. Helmut Meyer van het teststation in Potsdam-Bornim stelde de volgende eisen aan een tractor die geschikt zou zijn voor het kleinbedrijf:
 

    Geringe kosten bij de aanschaf (2300 tot max. 4000 Reichsmark).
    Geringe kosten in onderhoud en gebruik.
    Moet steeds gebruiksklaar staan.
    Makkelijk inzetbaar.
    Rustig en ongevaarlijk bij gebruik.
    Bij de constructie van de tractor moet rekening gehouden worden met eventuele montage van een maaibalk.

Als antwoord kwam Deutz in 1936 met de 'Elfer Deutz' die door de Deutz ingenieurs Schosnig en Rothardt ontwikkeld werd, afgeleid van de grotere (o.a. de F2M315) Stahlschlepper.
Het type werd de F1M414
 

    F  = Fahrzeug (voertuigbouw)
    1  = aantal cilinders
    M  = waterkoeling
    4  = 4e serie
    14 = 140 mm slag van de zuiger

     
 
 
Vooroorlogse F1M414 (oftewel 'Elfer ' vanwege zijn 11 pk), te herkennen o.a. aan de plaatsing van de tankdop
in het midden van de tank, de naoorlogse modellen hadden de
tankdop aan de rechterzijde van de tank en hadden 12 pk. Hier op een treffen in Prüm (D).

Het concept van de tractor was simpel: voorasbok, motor en versnellingsbak aan elkaar verbonden als dragend geheel zonder chassis. De motor was simpel opgebouwd, Deutz wou dat de motor eenvoudig met de hand gestart kon worden en dat alle onderdelen goed bereikbaar waren. Een startmotor was niet aanwezig, er moest gestart worden met een lont en de slinger. Electrische verlichting was op wens leverbaar of de tractor werd op wens uitgevoerd met carbid-lampen.
Het olieverbruik van de voorkamerdiesel lag bij 0,5 kg per 10-urige werkdag. De prijs lag in 1937 voor de eenvoudigste uitvoering rond de 3323 Reichsmark. Parallel aan de een-cilinder werd er ook een twee-cilinder motor gebouwd, deze motor werd echter niet in eigen tractoren gebouwd maar verkocht aan andere tractorbouwers. (zie bij artikel Primus p22 hoofdstuk F2M414 motor).


F1M414 Bauernschlepper of Elfer genaamd aan het dorsen, dit vooroorlogs model
heeft zogenaamde 'Klappgreifer' op de achtervelgen gemonteerd, deze werden in
de modderige velden om de banden geklapt voor meer grip.

De versnellingen vooruit bedroegen 3,2-4,5-7,7 km. per uur. Achterwaarts reed de tractor 3,2 km. per uur.
Een hogere snelheid was niet voorzien omdat men de opbouw eenvoudig, overzichtelijk en vooral zo goedkoop mogelijk wilden houden.
Om de klanten te overtuigen van het eenvoudig monteren en demonteren van alle onderdelen werden in het handboek de verschillende onderdelen gedetailleerd beschreven. Voor de demontage van de motor werd een tijd van 50 minuten voor een monteur en 20 minuten voor de handlanger gerekend.


De universele inzetbaarheid moest het belangrijkste verkooppunt worden; De tractor was geschikt voor rijen-cultuur doormiddel van de verstelbare spoorbreedte, naast aftak-as had de tractor ook een dorspoulie waardoor deze ook als stationaire aandrijfkracht kon worden ingezet.
 

Deutz F2m315 en de daarvan afgeleide Bauernschlepper F1M414

In de jaren 1935/1936 had Deutz pas iets meer dan 1500 tractoren van de drie types F1M414, F2M315 en F3M317 verkocht. De ontwikkeling van de F1M414, 'Bauernschlepper' of 'Elfer'(genoemd vanwege zijn 11 pk) zorgde voor een behoorlijke verkoopstijging  van 5571 stuks in 1939/1940. Om deze verkoopstijging aan te kunnen werd in 1938 in Kalk een grote fabriekshal gebouwd. In het midden van het jaar 1942 werd de productie gestopt vanwege de oorlog.
 


Na de oorlog volgde een generatie-wissel op tractorgebied. De driegangs versnellingsbak maakte plaats voor een vierbaks versie. De maximum snelheid bedroeg nu 15 km. per uur. Ook kwam op het nieuwe model een voetrem, het oude vooroorlogse model had alleen een handrem die op de versnellingsbak werkte. Nieuw was ook het voetgas-pedaal en de tractor kreeg in plaats van 11pk nu 12 pk. Verder waren er nog enkele kleine verschillen ten opzichte van het vooroorlogs model namelijk; de stoel, het aantal wielmoeren, luchtfilter en de plaatsing van de tankdop enz.
Het type heette vanaf nu F1M414/46.


F1M414/46
Vooroorlogse reclame van de "Elfer", let op de verlichting!

Deutz onderweg in de oorlogsjaren, te herkennen aan de geblindeerde koplampen
Deutz onderweg in de oorlogsjaren, te herkennen aan de geblindeerde koplampen



Deutz in nat terrein met omgeklapte klappgreifer om de achterwielen.

Tot 1951 werden er 19024 Bauernschlepper gebouwd, de meeste werden tussen 1946 en 1951 gebouwd, namelijk 8990 stuks. In 1950 stelde Deutz hun eerste luchtgekoelde tractor voor; de F1L514 met 15 pk die de opvolger moest worden van de Elfer.



Op het Bulldog-Dampf und Diesel festival te Leipzig 2015 drijft de Elfer een provisorisch gebouwde 'bierkoeler' (op basis
van een autoairco) aan middels platte riem; een aangename verfrissing bij 38 graden Celsius in de schaduw!




Oldtimertractoren M. Huijnen te Sibbe